Varda & Ledoux
Agnès Varda, geboren in Elsene, vernieuwde de filmkunst via haar eigenzinnige films en inspireerde diverse generaties filmmakers en kunstenaars. Naar aanleiding van de tentoonstelling Jacques Ledoux gaan we graag wat dieper in op haar traject als cineaste en haar sterke band met Jacques Ledoux. Twee vrije elektronen binnen het krachtveld van de cinema. In de vitrines staat het programma van het eerbetoon aan Jacques Ledoux in het Paleis voor Schone Kunsten na zijn overlijden. Let zeker op het citaat van Agnès Varda.
Agnès Varda ontwikkelt met haar eerste film een aanpak om goedkoop films te kunnen draaien, bij Ledoux vindt ze een eerste partner om ze ook te tonen: “Il était quelqu'un qui regardait la vie d'une certaine façon » : collectionner des films, trouver des moyens sans cesse plus originaux de les programmer, était pour Ledoux une autre manière de réinventer la vie.” Le Monde
Agnès Varda wilde oorspronkelijk museumconservatrice worden, ze experimenteerde met schilderkunst, maar dat vond ze te abstract, te intellectueel. Ze maakte eerst naam als fotografe; bij het Théatre National Populaire; met reisreportages in China, Duitsland, Portugal en Cuba.
Toen zij in 1954 haar eerste film maakte, La Pointe-Courte, meteen een lange speelfilm. Zij had zij naar eigen zeggen zelf amper twintig films gezien en kende de filmwereld helemaal niet.
Agnès Varda realiseert vervolgens enkele korte, opvallende toeristische films over ondermeer de Côte d'Azur en de Loire-kastelen. Zij maakt, op aandringen van Ledoux, een filmpje voor het experimenteel filmfestival van 1958: L'opéra-mouffe, waarin zij een zwangere vrouw confronteert met beelden van vrouwen in de populaire Parijse buurt, “le quartier de la Mouffe”.
C’est un ami depuis longtemps, depuis qu’il m’a ouvert les portes de la Cinémathèque Royale de Belgique, en 1955, accueillant La Pointe Courte comme un film. Et il était le premier.
(Agnès Varda)
In 1963 draait Agnès Varda Cléo de 5 à 7. Ledoux woont de opnames in Bar du Dôme bij, met als doel ook echt in de film te figureren. Jacques Ledoux verschijnt wel op het grote scherm als acteur in La Jetée van Chris Marker, een andere vriend waarmee Varda een hechte band ontwikkelt.
In hetzelfde jaar reizen Varda en Ledoux samen naar Cuba. Hij reist officieel als verantwoordelijke van de FIAF en vergezeld Agnès Varda in haar reis doorheen Cuba wanneer ze zelf fotos trekt. Je kan de getuigenis door Varda in het boek van Anne Head: Jacques Ledoux, A true love of cinema lezen, het boek is terug te vinden op de leestafel in de expo.
Varda schrijft hem later in 1964 een brief waarin ze hem vraagt een kopie van de film Salut les Cubains opnieuw naar Pathé te versturen. De film gebaseerd op foto’s die Varda in Cuba maakte past eigenlijk hetzelfde principe toe om van foto’s, niet bewegende beelden een film te maken, zoals Chris Markers La Jetée, een uitdaging die Ledoux eerder al als een ballonnetje had opgelaten aan cineasten zoals Alain Resnais.In dezelfde brief vertelt ze te hebben genoten van de filmselectie van het EXPRMNTL festival in 1963, dat magische jaar mocht Ledoux zijn Filmarchief ‘Koninklijk’ noemen en vertoonde Ledoux stiekem de schandaalfilm Flaming Creatures, vol orgiastische scènes met kruisgegrabbel die naar hedendaagse normen best braaf blijven, op de hotelkamer van de filmmaker Jonas Mekas, een spilfiguur van de Amerikaanse underground film, aan de festival jury, een illuster gezelschap, met Jean-Luc Godard, Polanski en Varda, die de film bekroonden met de voor de gelegenheid verzonnen 'Prix spécial du film maudit'.
In de tentoonstelling hebben we de uitstekende documentaire van Brecht Debackere over het avantgarde festival geïntegreerd, samen met diverse andere documenten en affiches van het festival. Agnès Varda vermeldt Ledoux ook in haar film Les plages d’Agnès. Tot slot raden we je aan om op de leestafel zeker ook het fotoboek van Jérôme de Perlinghi te bekijken, de fotograaf maakte na de projecties foto’s van de bezoekers. Nog steeds komt het grootste deel van ons publiek ‘alleen’ naar een film kijken.
J’ai beaucoup de souvenirs du “Musée du cinéma”. J’y suis allée souvent. J’ai beaucoup aimé l’idée de ce photographe Jérôme de Perlinghi, qui avait photographié des spectateurs à la sortie du Musée. D’un côté, il y avait l’image d’un film de Méliès, par exemple, et de l’autre, la photo d’un spectateur qui venait d’assister à la séance. J’aime beaucoup cette idée car j’ai la conviction que ce sont les spectateurs qui font vivre le film. Un film appartient à ceux qui le regardent." Agnès Varda, réalisatrice son film ‘Les plages d’Agnès’
(évoque son amitié avec Jacques Ledoux - La Libre 28.01.2009)