Restauratie
Dorothy Vernon of Haddon Hall
Bijna tachtig jaar lang werd Dorothy Vernon of Haddon Hall beschouwd als een mindere, wat mislukte film uit het oeuvre van Mary Pickford.
20.05 2021
Restauratie
Dorothy Vernon of Haddon Hall
Garfunkel fonds
Ter nagedachtenis van hun vroegtijdig overleden dochter Myriam – filmcritica en een gretig bezoekster van het Filmmuseum – richtte de familie Garfunkel een fonds op om filmrestauraties te financieren. De steun van dit fonds – beheerd door de Koning Boudewijnstichting – liet het Filmarchief toe een reeks films van teloorgang te behoeden.
Bijna tachtig jaar lang werd Dorothy Vernon of Haddon Hall beschouwd als een mindere, wat mislukte film uit het oeuvre van Mary Pickford. De film deed voor Pickfords carrière niet wat de toenmalige Hollywood superster beoogde, maar mislukt? De restauratie van ons Filmarchief, met steun van het Myriam Garfunkel Fonds, toont dat daar niets van aan is.
Een getinte nitraatprint van Dorothy Vernon of Haddon Hall was in 1974 van het Russische Gosfilmofond bij het Belgisch filmarchief terechtgekomen tijdens een internationaal ruilproject onder filmarchieven. Samen met een eveneens getinte nitraatprint van de Cinémathèque française en aangevuld met materiaal van The Mary Pickford Institute for Film Education, diende onze Russische kopie als basis voor een nieuwe restauratie. In de Verenigde Staten circuleerde weliswaar nog een versie op 16mm, maar die was van bedenkelijke kwaliteit, ingekort en met scènes in de verkeerde volgorde. Om de film opnieuw beschikbaar te maken voor het publiek krijgt die restauratie nu een digitaal luik waarbij de film wordt ingescand, het beeld gestabiliseerd en de oorspronkelijke kleuren opnieuw toegevoegd.
In 1924, het jaar dat Dorothy Vernon of Haddon Hall werd uitgebracht, moest Mary Pickford niet geïntroduceerd worden. Ze was een decennium voorheen een van de eerste Amerikaanse actrices die door het publiek bij naam bekend was, een van David Wark Griffiths topactrices naast ondere andere de zusjes Gish, en de eerste Hollywood royalty samen met tweede echtgenoot Douglas Fairbanks. Bij het vermaarde koppel kwamen zowel Albert Einstein, George Bernard Shaw, Noël Coward, F. Scott Fitzgerald als Charles Chaplin over de vloer. Pickford was ook de zakenvrouw van United Artists, het distributieconsortium opgericht door haarzelf, Fairbanks, Chaplin en Griffith, maar bovenal werd ze herkend als vertolkster van eeuwig onschuldige Victoriaanse meisjes met pijpenkrullen, het leverde haar de bijnaam America’s Sweetheart op.
Halverwege de roaring twenties was ze dat imago beu. Het begon ook behoorlijk oubollig te lijken naast de hippe, feestende flappers. Colleen Moore schitterde met bobkapsel als de eerste van die vrijgevochten juffrouwen op pellicule in Flaming Youth, die het jaar voor Dorothy Vernon uitkwam. Europees talent werd aangetrokken in de figuur van Ernst Lubitsch om met de film Rosita "a new Mary Pickord" te lanceren, met een rol als volwassen vrouw. Pickford was toen 31. De samenwerking was in haar ogen geen succes, en de verstandhouding tussen ster en regisseur onbestaand. In die mate zelfs dat de actrice later zou eisen dat alle prints van de film vernietigd werden. Slechts één nitraatkopie overleefde. Volgende poging werd Dorothy Vernon of Haddon Hall, een productie waarvan ze, nog meer dan oorspronkelijk bedoeld, zelf de touwtjes in handen zou hebben.
Het verhaal van Dorothy Vernon zegt ons nog weinig, maar had een lange geschiedenis achter de rug, en was toen welbekend. Het was gebaseerd op bestaande historische plaatsen en figuren. Het Engelse Haddon Hall wordt vandaag beschouwd als het best bewaarde middeleeuwse manoir en is nog steeds in bezit van de nazaten van de John Manners waar lady Vernon in 1563 mee trouwde. Dit echte gebouw, niet te zien in deze film, duikt regelmatig op als decor in speelfilms. Het is de setting voor Zeffirelli’s Jane Eyre, en ook het kasteel van prins Humperdinck in Rob Reiners The Princess Bride.
Het verhaal van de vlucht van Dorothy uit het ouderlijke huis om tegen de wil van haar vader George ‘King of the Peak’ Vernon te kunnen trouwen met haar paramour, is hoogstwaarschijnlijk een literair verzinsel dat ontstond aan het begin van de 19e eeuw. De aanvankelijke focus op de mannelijke hoofdpersonages, zou in het verhaal langzaam opschuiven naar Dorothy en kreeg in 1860 in The Love Steps of Dorothy Vernon zijn uiteindelijke vorm. Er volgden nog tientallen versies in romanvorm, in poëzie, en zelfs als operette (met muziek van Arthur Sullivan, de helft van het duo Gilbert en Sullivan). In geen enkele toeristische gids werd Haddon Hall nog vermeld zonder referentie aan deze legende.
De best verkochte hervertelling was de roman van Charles Major uit 1902, waarvan het opbod voor de adaptatierechten Pickford uiteindelijk 75.000 dollar deed ophoesten. Niet echt een probleem voor The Woman Who Changed Hollywood, een bijnaam die ze verdiende door er in grote mate verantwoordelijk voor te zijn dat acteurs verloond gingen worden naar hun populariteit en dus naar de winst die ze de studio’s konden opleveren. Hollywood was ondertussen uitgegroeid tot wat we er ons nu bij voorstellen, met grote studio’s die concurreerden op een mondiale markt en met steracteurs die huishoudnamen waren geworden. De winstmarge op zo’n wereldwijde distributie zorgde voor grotere opnamestudio’s en veel grotere budgetten, wat superproducties mogelijk maakte, waar niet op een dollar meer of minder werd gekeken. En een superproductie werd Dorothy Vernon, met gigantische sets die rivaliseerden met die waarop echtgenoot Fairbanks rondzwierde, en duizelingwekkende kostuums – zowel in aanblik als kostprijs – van de hand van Mitchell Leisen.
Terzelfdertijd had de Amerikaanse cinema zowel een consequent toegepast systeem voor belichting geadopteerd, de driepuntsbelichting, als een gesofistikeerde verteltechniek ontwikkeld. Zo’n belichtingssysteem is verre van een louter technische aangelegenheid. Het liet immers toe om beeldcomposities perfect op elkaar af te stemmen en met vloeiende beeldovergangen toeschouwers moeiteloos door het verhaal te loodsen.
De verteltechniek was degene die ook nu nog de basis blijft van de overgrote meerderheid van audiovisuele producties: continuity editing. Twintig jaar voordien werden bijna alle scenes opgenomen in één opname vanuit één standpunt en was het in de eerste plaats aan de acteurs om de aandacht van de toeschouwer te richten. Door op een consequente manier om te gaan met blikrichting, beweging en de verhouding tussen uitsneden in een ruimte, was het mogelijk geworden om het camerastandpunt voortdurend te verplaatsen zonder dat het publiek de oriëntatie verloor. Een schoolvoorbeeld daarvan in Dorothy Vernon is de scene waarin de heldin uit het ouderlijke kasteel probeert te ontsnappen in een wasmand gedragen door haar vermomde paramour (ja, het is dat soort film): vier personages, zes verschillende camerastandpunten en nooit twijfel over wie zich waar bevindt.
De driepuntsbelichting – algemeen licht voor de achtergrond, hoofdlicht voor de personages op de voorgrond, plus een extra lichtaccent – zien we hier als wat Rembrandt lighting werd genoemd: acteurs krijgen strijklicht langs één zijde wat hen losmaakt van de achtergrond, maar ook een glamoureuze lichtkrans geeft.
Dorothy Vernon of Haddon Hall is een naast excellent voorbeeld van het genie van het systeem – honderd jaar na datum perfect te volgen en nog zeer entertainend – ook een showcase voor waar Mary Pickford toe in staat was. Ze regisseerde verschillende scènes zelf, wanneer regisseur Marshall Neilan weer eens op de lappen was, deed veel van haar eigen stunts, en demonstreert haar bereik als actrice. De Russische filmmaker en theoreticus Lev Kuleshov noemde Pickford, samen met Fairbanks en Chaplin, een voorbeeld bij uitstek voor aspirant-acteurs. Alle drie hebben ze een levendige, efficiënte acteerstijl waardoor hun gedrag op het scherm “gemakkelijk te onderscheiden is en snel en helder begrepen wordt door de toeschouwer”. Dat blijkt waar in scenes waarin Pickford diva-gewijs een minuut lang kan schakelen tussen verdriet, wanhoop, hysterisch gelach en daadkracht, maar ook in kleine accenten die ze legt zoals een lichte aarzeling in de tred om haar emotionele toestand te benadrukken. Een van de charmes van deze film is hoe snel en moeiteloos hij van toon verandert, van spannend naar komisch naar grimmig without skipping a beat. Het lijkt Pickford op het lijf geschreven.
Sommigen betreuren dat Douglas Fairbanks niet de rol van John Manners vertolkte in plaats van de minder charismatische Allan Forrest. Maar allicht zou dat de aandacht van Pickford hebben afgeleid. Nu maakt de film duidelijk dat zij de echte heldin is die het verhaal in gang zet, de actie leidt, problemen oplost en uiteindelijk beslist om geschaakt te worden zonder de uitverkorene op de hoogte te brengen. Allan Forrest beklimt en bewandelt de hoge en brede ringmuur rond Haddon Hall niet met de atletische zwier van een Fairbanks, maar dat maakt des te duidelijker hoe de zaken in elkaar zitten als Dorothy Vernon later te paard over de zelfde ringmuur dendert.
Prominente vrouwenrollen, kolossale sets en luxueuze kostumering waren de trend, maar het publiek bleek zich niet los te kunnen maken van America’s Sweetheart en de sentimentele nostalgie die ze vertegenwoordigde. De pijpenkrullen bleken te hardnekkig, zoals Anke Brouwers het mooi uitdrukt in haar essay over Pickford voor Cinea (1), en blijven ook voor veel filmspecialisten een obstakel.
James Card, ook aangehaald in dat essay, had misschien nog de beste remedie: hardnekkig de films blijven vertonen en het publiek confronteren met het veelzijdige talent van Mary Pickford. Begin misschien met Dorothy Vernon of Haddon Hall, een romantische avonturenfilm met excellente komische timing, met moordaanslagen en duels, met gluiperds en schoonmoeders, geheime doorgangen en duels, met een complot tegen de troon en kuisheidsgordels als liefdesgeschenk, maar zonder pijpenkrullen.
(1) www.cinea.be/rediscovered-lost-girl-the-week-presenting-mary-pickford
- In samenwerking met