JULIET BERTO
02.12 > 24.01
Een eerbetoon brengen aan Juliet Berto dat verder reikt dan het vieren van 50 jaar mei 1968, betekent een eerbetoon brengen aan een manier om 'anders' te leven - waar de gevoelige en grappige actrice met het fragiele lichaam de uitdrukking van was. Berto was ook regisseuse, gedreven door de urgentie om de oorspronkelijke magie van cinema terug te vinden. Het betekent ook minder bekende films te ontdekken waarin Berto heeft gespeeld, net als de 3 speelfilms die ze regisseerde.
Het is in haar filmclub in Grenoble dat Berto Jean-Luc Godard ontmoet - waardoor ze naar Parijs trekt. Daar maakt JLG haar tot een blijvend icoon van de generatie 68. Maar Berto heeft ook interesse voor de commerciële cinema, waar ze de stiel van actrice leert. In Alain Tanner, met zijn randpositie binnen de nouvelle vague en zijn brede blik, vindt ze een geestesgenoot. Bij Glauber Rocha ontdekt ze een uitbundige cinema, een echo aan haar verlangen naar leven en ritme. Midden jaren 1970 herontdekt de autodidactische actrice met Jacques Rivette het plezier van te spelen 'als een kind'. Tegelijk wordt ze co-scenariste van diens Céline et Julie vont en bateau. Met William Lubtchansky als chef-cameraman draait ze haar eerste film als regisseuse, een kort filmportret van bassist Barre Phillips. Het is meteen ook het begin van een loyale samenwerking met hem. Later wordt hij ook de cameraman van haar eigen drie langspeelfilms. Deze zijn stuk voor stuk portretten van vrouwen die op haarzelf lijken, vrouwen "die alleen [leven] in functie van de anderen...". Het vrouwelijke hoofdpersonage in de films (in de eerste twee gespeeld door Berto zelf) vindt in de marginale milieus "een rijkdom en inspiratie die het leven haar niet geeft... ". Neige draait ze samen met Jean-Henri Roger, ook een ex-medewerker van Godard. Deze film gemaakt 'voor het plezier om te filmen' is gebaseerd op voorvallen in Berto's eigen wijk. Vandaag is de film ten onrechte vergeten - hoewel hij in 1981 werd bekroond in Cannes en in 1982 de 'César du meilleur premier film' ontving. De prachtige beelden van het nachtelijke en multiculturele Pigalle van de jaren 1980 (het is de allereerste film die op Fuji 400 werd gedraaid), zijn gevoelig en poëtisch, en gaan verder dan het louter anekdotische. Berto en Roger, verrast door het succes van de film, werken opnieuw samen, deze keer voor Cap Canaille. De opnameomstandigheden verlenen de film een ander ritme dan de voorgaande. De locatie is Marseille, een plek voor maffiosi, landspeculatie en verscheurde families.
In Le Havre ten slotte symboliseren buitenlandse dokwerkers een door computerspelletjes gekleurde initiatiereis voor de jonge Lili. De film, die Berto solo draait, flopt, wat volgens filmcriticus Serge Daney te wijten is aan het feit dat de film "zo onbeschaamd de jaren 1980, en die verstandige en laffe manier om in het gareel te lopen de rug toekeert."
+ Meer weten